Informatie over het gebruik van wandelstokken
Wandelstokken zijn helemaal in en niet meer weg te denken uit het 'straatbeeld'. Laat staan in de bossen en berggebieden. Werden vroeger de houten stokken vooral gebruikt door mensen die minder goed ter been waren, sinds de uitvinding van de moderne ski-stok is er een ontwikkeling op gang gekomen waardoor en nu allerlei soorten stokken voor verschillenden doeleinden op de markt zijn gekomen.
De moderne telescopische stokken worden al jaren gebruikt door notoire bergwandelaars, maar na de opkomst van het Nordic Walking heeft het gebruik van stokken een enorme boost gekregen. Niet alleen bij deze Nordic Walkers, maar ook bij alle andere vormen van wandelen.
Er is een groot verschil tussen de diverse stokken waardoor er veel vragen leven onder de (potentiele) gebruikers als:
- Waarom stokken gebruiken? Is het niet gewoon een hype en eigenlijk onzin
- Welk type past het best bij 'mijn wandelsport'
- Hoe moet ik ze gebruiken om er zoveel mogelijk profijt van te hebben
- Welke maat stok moet ik kiezen of hoe stel ik een telescopische stok goed af
Deze en andere vragen zal ik hieronder proberen te beantwoorden.
Wandelstokken onzin?
Stokken kopen omdat het mode is, en er daarna mee rond lopen zwaaien zonder te weten waarvoor ze dienen, dat heeft natuurlijk geen zin. Behoudens het spekken van de kas van winkelier en fabrikant.
Mits op de goede manier gebruikt heeft het gebruik van stokken heel veel voordelen:
- Bergop helpen de stokken de rug en benen te ontlasten. Een deel van de benodigde energie wordt dan geleverd door andere spierpartijen als armen en schouders. Daardoor neemt het uithoudingsvermogen toe en kan er langer worden geklommen.
- Bergaf helpen de stokken bij het afremmen. De klappen die normaal vooral door de knieën worden opgevangen, worden nu overgenomen door de stokken. De knieen, maar bij sommige mensen ook de heupgewrichten, worden niet meer overbelast. Vooral mensen met een minder sterke rug, knie of heup zullen er heel veel baat bij hebben.
- Met stokken loop je veiliger. Op smalle bergpaadjes kunnen de stokken voorkomen dat je over rotspunten uitglijd. Zeker bij paadjes langs een steile helling is het extra steunpunt een goed hulpmiddel om het evenwicht te behouden en veilig verder te lopen. De kans op ongelukken wordt verlaagd.
- Met stokken lopen is gezonder. Bij goed gebruik kan er gemakkelijk spierpijn in de armen en schouders ontstaan. Deze spierpartijen worden bij stokgebruik ook getraind en niet alleen de benen. Spierpijn in de armen is het teken dat je de stokken goed hebt gebruikt.
- Met stokken loop je zekerder. De extra steunpunten helpen het evenwicht te bewaren mocht er eens iets mis gaan. Wij lopen al jaren blessurevrij, alleen dankzij de stokken. Na een gewenningperiode krijg je vertrouwen in het gebruik van de stokken en stap je zekerder rond.
- Met stokken loop je meer rechtop. Goed gebruik van de wandelstokken geeft een rechtere houding wat veel beter is voor de rug. Zeker als er ook nog eens een rugzak wordt gedragen. Dit wordt nog versterkt als ook de rugzak op de juiste manier wordt gedragen. (Voor tips over de rugzak klik hier).
- Stok als hulpmiddel. De stok is handig in verschillende situaties. Op paadjes met veel brandnetels doet de stok dienst als 'hulpmiddel' om de netels ver van de blote armen/benen te houden. Bij het oversteken van een stroompje geeft de stok het extra duwtje om net even verder te kunnen springen. Of ze worden midden in de stroom gezet en dienen als hefboom om een nog grotere beek over te komen. Zeg maar het Friese Fierljeppen zonder dat je in de paal omhoog klimt. Het is ook een verdedigingsmiddel bij agressieve koeien of honden die de gemiddelde wandelaar nog wel eens ontmoet. De fotografen onder ons gebruiken de stok ook graag als eenbenig statief.
Welke wandelstok?
Elk type wandelstok is beter dan geen wandelstok. De keuze voor een bepaalde wandelstok hangt sterk af van wat het woord 'wandelen' voor jou betekent. Een dagje door de prachtige straatjes struinen van een bijzonder dorp of prachtige stad zou je kunnen benoemen als een dag wandelen. Daarbij denk je niet aan een sportieve gebeurtenis hoewel het zeer vermoeiend en ook heel gezond kan zijn.
Onze eigen bergtochten hebben als uitgangspunt wandelen in de natuur, bij voorkeur de bergen. Een bergtop bereiken is prachtig, maar ook de afstand van de route speelt een sterke rol. Ook zeer sportief, maar de sport is niet het doel. Slechts bijkomstigheid. Daar passen andere stokken bij.
Mensen die een topprestatie willen verrichten en de bergtop vanuit alleen sportieve gedachte aanvallen, stellen weer andere voorwaarden aan de stokken. Vaak is dan minder de afstand belangrijk, maar de hoogtemeters wel.
Een andere groep is het Nordic Walking. Vooral uit gezondheidsoverwegingen lopen door bij voorkeur de mooie natuur. Doel daarbij is een zo groot mogelijke afstand af te leggen in zo min mogelijk tijd. De stok zal moeten helpen een hoge 'loopsnelheid' te bereiken en wordt gebruikt tijdens de tussentijdse oefeningen.
De houten stok
Het begint met het zelf snijden van een stok uit een mooie tak die in het bos kan worden gevonden. Wie heeft dat niet al eens gedaan in zijn jeugd.
Deze zelfgemaakte wandelstokken kunnen heel goed werken. De bevolking van bijvoorbeeld Oostenrijk kun je er regelmatig mee zien lopen. Ook kan ik me een schaapherder zonder een dergelijke stok nauwelijks voorstellen. Van deze mensen is bekend dat ze per dag soms aardige afstanden met die stokken (staf) afleggen.
Maak de stokken niet te kort. Bij voorkeur minimaal tot schouderhoogte en bij voorkeur een knoest voor het goed kunnen vasthouden net boven heuphoogte. Of daar natuurlijk een handvat zelf snijden/kerven.
Een houten stok kopen kan natuurlijk ook. Je vindt ze overal in vooral souvenirwinkels. En wie kent niet de kleine schildjes met plaatsnamen die op deze stokken kunnen worden bevestigd. Deze stokken met meestal een gebogen handvat zijn goed voor een stadsboemel, maar soms zijn er ook langere rechte stokken te vinden met een leren lus aan de bovenzijde voor de pols. Deze zijn beter geschikt voor de langere wandeling. De allerbeste houten wandelstokken, van de juiste houtsoort, goed gedroogd en goed bewerkt hout, zijn duurder dan een kunststof wandelstok!
(Kijk voor bijzondere stokken ook eens bij houtkunstenaar Rogier Vogelzang)
Kunststof en aluminium stokken
Bij de kunststof stokken zijn er twee hoofdlijnen. De Nordic Walking stokken en de wandelstokken (trekking- of hiking stokken). Deze stokken zijn vanuit de skisport geïntroduceerd in kunststof of aluminium. Deze zijn vooral gemaakt van aluminium, carbon of een mix van diverse materialen, elk met hun eigen voor en nadelen.
Het gewicht van het materiaal is van groot belang, maar ook de buigzaamheid en de dempende eigenschappen voor trillingen. Op dit punt scoort vooral Carbon heel goed. De stokken zijn verkrijgbaar in een vaste lengte of als telescopische stok in twee of drie delen. Bij het bergwandelen worden bij voorkeur de telescopische stokken gebruikt, bij Nordic Walking de vaste stok.
Nordic Walking
Deze site richt zich niet op Nordic Walking, maar gezien de vele vragen over de stokken voor deze sport zal ik er hier toch op ingaan.
Een wandel/trekking-stok is absoluut niet geschikt voor Nordic Walking. De Nordic Walker wil wat doen aan lichaamsbeweging en wil zich daarvoor flink inspannen. Anders dan de gemiddelde 'wandelaar'. Ook worden er onderweg vaak verschillende oefeningen gedaan met behulp van de stokken. De stok moet meer gewicht kunnen dragen tijdens deze oefeningen dan onder het lopen.
De voorkeur bij deze sport gaat uit naar vaste stokken die meer gewicht aan kunnen. Bij telescopische stokken zijn de verstelpunten de zwakste schakel. De bekendste verstelbare stokken van het merk LEKI hebben een TUV keuring tot 140kg en zijn daarmee nog wel geschikt voor Nordic Walking. Maar veel andere merken halen dit gewicht niet en zullen inschuiven op een moment dat ze dat beter niet hadden kunnen doen.
De stokken bij Nordic Walking zijn ook langer dan de 'normale' wandelstokken. De gewone wandelsnelheid van 4 a 5km per uur kan bij de geoefende Walker oplopen tot wel 8km per uur door de stokken meer schuin achteruit te gebruiken en zich zo voort te duwen. Daarvoor is iets meer lengte stok nodig om langer te kunnen 'afduwen'.
Ook de handgrepen en polslus zijn anders. De andere hoek (schuiner) waarop deze stokken worden gebruikt maken dit nodig. Als laatste bestaat de punt van Nordic Walking stokken uit een ander materiaal en zijn de besten uitsluitend van Carbon voor veel flexibiliteit.
Het is dus belangrijk voor wie deze sport wil beoefenen, om heel goed de juiste stoklengte te bepalen. De stokken zijn verkrijgbaar vanaf 1.00m tot 1.40m in stappen van 5cm. En vanzelfsprekend is er een formule om de benodigde lengte te berekenen. Soms is te lezen 0,66 x de lichaamslengte, maar ook 0,68 ben ik tegengekomen.
Dit lijkt mij als 'niet Nordic Walker' nog steeds niet erg nauwkeurig, daar je immers lange of korte armen kunt hebben in verhouding tot je lichaamslengte. Ga hiervoor dan ook naar de betere outdoorshop en laat je goed adviseren.
De wandelstok (hiking/trekking)
Voor wandeltochten door de bossen, de heuvels of zelfs de bergen in, is de telescopische stok het meest geschikt. Deze stokken bestaan vaak uit drie, maar soms ook uit twee delen. Een groot voordeel is de compactheid van deze stokken als ze even niet worden gebruikt. Ingeschoven passen ze eenvoudig in of aan de rugzak, maar ook in de auto of openbaar vervoer zitten ze niet in de weg.
Deze stokken zijn tegenwoordig meestal van Carbon en dus flexibel, vangen heel goed de trillingen op en zijn welhaast onverwoestbaar. Keuze is er in overvloed, maar vooral de LEKI stokken zijn erg populair en in elke goede buitensportzaak verkrijgbaar. Deze winkels hebben vaak ook veel kennis in huis om goed te kunnen adviseren bij deze toch niet heel goedkope aanschaf.
De telescopische wandelstok is goed instelbaar in verschillende lengtes, maar zoek desondanks een stok uit die past bij je lichaamslengte. Je wilt deze immers nog langer of korter kunnen maken wanneer de omstandigheden dit vragen. Als de stok op de 'normale' wandellengte al zijn maximale lengte heeft bereikt, dan is het geen goede aanschaf geweest.
Het handvat kan van kunststof, rubber of kurk zijn. De eerste kom je alleen tegen op de goedkopere stokken. Kenners houden het bij voorkeur bij kurk. Wij gebruiken zowel stokken met rubber als kurken handgrepen, en hebben na jaren gebruik geen uitgesproken voorkeur.
De stok moet ook voorzien zijn van een goede en eenvoudig verstelbare polsband. Deze is in de praktijk misschien nog belangrijker dan het handvat. Daarover meer bij 'hoe gebruik ik de stokken'.
In de bossen en bergen heeft een punt van gehard staal de voorkeur. Tegenwoordig zijn er zelfs stokken verkrijgbaar met een flexibele punt waardoor de kans op afbreken tussen rotsblokken afneemt.
Het is minder leuk om met stalen punten over een stuk asfalt te lopen. Dat kan vrij lawaaierig zijn. Gelukkig zijn bij de betere merken verschillende accessoires verkrijgbaar waaronder rubber doppen die op de stalen punt worden geschoven voor gebruik op verharde wegen.
Een ander handig extraatje zijn de grote schotels die rond de punt bevestigd kunnen worden. Eigenlijk bedoeld voor een wandeling door de sneeuw waarbij de schotels moeten voorkomen dat de stok diep in de sneeuw verdwijnt, maar ook in nat of modderig terrein heeft het zich tijdens onze tochten nuttig getoond.
Hoe gebruik ik de stokken?
Goed gebruiken begint bij het goed afstellen. Voor een wandeling in vlak gebied gaan we rechtop staan en stellen de stoklengte zo af dat het midden van het handvat ter hoogte van de elleboog komt.
Ingewikkelder gezegd: Ga rechtop staan met de arm strak langs het lichaam omlaag. Breng de onderarm omhoog in een hoek van 90 graden horizontaal naar voren. (Elleboog blijft in de zij) Ook de wandelstok moet nu loodrecht staan waarbij het handvat precies in de naar voren gestoken hand valt. Dat is de beste lengte.
Op elke wandelstok staan de centimeters vermeld waarop de stok nu staat afgesteld. Al snel weet iedere wandelaar uit het hoofd welke lengte hij gewoonlijk moet instellen voor hij/zij van start gaat. Het op deze manier inmeten hoeft dus eigenlijk maar een keer te gebeuren.
Bij telescopische stokken met meerdere delen is het belangrijk de meting zo uit te voeren dat de vermelde centimeters op de stok in het onderste en middelste deel overeenkomen. Stel je de onderzijde in op 1.20m, zet dan ook het andere deel op 1.20. Pas dan weet je de werkelijke lengte van de totale stok.
De polsband wordt nu zo afgesteld dat de pols er goed in ligt terwijl het handvat heel losjes kan worden vastgehouden. Tijdens het lopen wordt het handvat nauwelijks gebruikt behalve voor een beetje richting geven aan de stok.
Het langdurig moeten vastklemmen van het handvat is niet prettig, levert zweethanden op en verkrampte handen. De druk bij de afzet wordt uitgeoefend met de pols waarbij de vingers lichtjes via het handvat de stok in de juiste voorwaartse richting sturen. De pols doet het zware werk, de hand ligt licht om de greep.
Als er via de pols kracht wordt gezet, mag de hand niet tot onder het handvat zakken. Dan staat de polsband te ruim. Zet de polsbanden ook niet te strak. Het handvat van de stok komt dan al snel veel te vast tegen de muis van de hand te liggen waardoor de stok niet voldoende vrij heen en weer te sturen is. En natuurlijk. zweethanden. De hand moet dus echt vrij van de stok kunnen zijn. De juiste stand wordt het snelst gevonden door gewoon te proberen. Beetje strakker, beetje losser. Het gaat vanzelf natuurlijk aanvoelen.
Zet tijdens het lopen je stokken steeds net andersom neer dan de voeten. De rechterstok gaat dus naar voren met de linkervoet. De linkerstok met de rechtervoet.
Zorg ervoor dat de hoek van je ellebogen tijdens de beweging van voor naar achteren steeds ongeveer 90 graden bedraagt. Een haakse hoek dus. Dan heb je de beste afzet vanuit de schouder. Al snel zal merkbaar worden dat je een hogere snelheid behaald zonder vermoeider te worden en dus steeds grotere afstanden kunt afleggen. Oefening baat kunst.
Ook bij vlak terrein de stokken zo veel mogelijk gebruiken. Via pols, armen en wandelstok wordt veel gewicht afgevoerd wat de rug en de benen (knieen) ontlast.
Gaat het bergop, stel dan de stokken iets korter af. Zo blijft de rug recht bij het omhooglopen waar mensen doorgaans de nijging hebben meer voorover te gaan lopen. En dan is rugpijn niet denkbeeldig als er ook nog eens bagage op diezelfde rug wordt meegevoerd. Dit is de beste methode in gebieden als de Ardennen, Eifel of Zwarte woud. Maar natuurlijk ook over de alpenweiden van Oostenrijk of Zwitserland.
Steiler omhoog zetten we de stokken iets verder voor ons uit rechtop neer. Via de polsen trek je je dan eigenlijk aan de stokken omhoog. Je moet even leren te vertrouwen op de stokken. Voeten glijden nog wel eens weg ondanks de beste wandelschoenen, maar de stokken glijden niet weg en kunnen die druk ruimschoots aan. De beenspieren worden veel minder aangesproken zodat het veel langer is vol te houden. Zo kunnen de extra hoogtemeters worden overwonnen om wel die top te bereiken. Vooral het op deze manier stijgen, zal in het begin de nodige spierpijn in de armen opleveren. Het trotse gevoel de afstand volbracht te hebben of de top te hebben overwonnen, laat de spierpijn snel weer vergeten.
Omlaag stellen we de stokken weer iets langer af. Ze kunnen dan op dezelfde afstand van ons lichaam geplaatst worden waarbij opnieuw de rechte houding blijft bestaan.
Steiler omlaag maken we de stokken extra lang. Daarbij wordt de stok ook verder voor het lichaam geplaatst waarbij we soms zelfs de handen niet om het handvat leggen maar bovenop het handvat plaatsen zodat er nog meer lengte ontstaat. Misschien moet ik het zo beschrijven; Je leunt met je gewicht op de stokken die verder naar voren staan en laat je via arm en schouderspieren afzakken. De benen bewegen natuurlijk mee, maar dragen minder gewicht.
Zonder stokken afdalen is een enorme aanslag op vooral de knieen, die vaak harde klappen op moeten vangen. Maar ook de heupen en de rug worden sterk belast. En nog meer als ook nog een rugzak wordt meegedragen. De afdaling is waarschijnlijk de belangrijkste reden om toch vooral stokken te gaan gebruiken. Je knieen zullen je er zeer dankbaar voor zijn.
Bij het afdalen is het nog belangrijker je wandelstokken te leren vertrouwen. Er wordt stevig druk op uitgeoefend waarbij ze niet mogen wegglijden. Ook hier geldt; de scherpe stalen punt staat steviger in de grond dan je wandelschoen op de grond. Zelfs bij een vochtige ondergrond waar ook de beste schoenen moeite hebben niet weg te glijden.
Bij zeer steile paadjes komt het nogal eens voor dat het slingerend via haarspeldbochten omhoog gaat. Of de helling is zo steil dat deze alleen heen en weer gaand te nemen is zodat je de helling dan weer links en dan weer rechts van je aantreft. Kenners noemen dit traverseren.
Na het voorgaande zal duidelijk zijn dat we in deze gevallen de ene stok iets langer maken voor de dalzijde, de andere stok iets korter aan de bergzijde. Na iedere 'bocht' wisselen de stokken van hand. Natuurlijk gebruiken we dan even niet de polsbanden om het snelle wisselen mogelijk te maken.